Italiaanse invloeden.

Naarmate het meubel verder werd ontwikkeld, raakte het onvermijdelijk onder invloed van de Italiaanse renaissance. Hierbij kwam de architectonische vorm meer op de voorgrond. Deze bargueños zijn voorzien van blinde boogarcades met gecanneleerde pilaartjes van hout, ivoor dan wel been. Laatjes en deurtjes hebben fraai geprofileerde lijsten, of zijn ingelegd met afwijkende houtsoorten, of met ivoor. Typerend voor dit type bargueño zijn de in het vooraanzicht aangebrachte geheime laatjes. Het zijn echter slechts op het eerste gezicht geheime laatjes: aangezien ze zich in het vooraanzicht bevinden worden zij al snel ontdekt. Deze vondst leidt de aandacht af van de werkelijk geheime laden, die zich veelal binnen in het meubel bevinden. Meestal werd het hele meubel van notehout gernaakt, ook de binnenzijde van de laatjes, en altijd met zichtbaar veel aandacht voor het detail en met een zeer verfijnde techniek: zeer kleine zwaluwstaart-verbindingen in de zeer dunnen plakjes notehout waarvan de laatjes zijn gernaakt. De trekkertjes van dit renaissancemeubel hebben meestal de vorm van een jacobsschelp en zijn gemaakt van verguld ijzer. Ook hier is de bargueño op de hoeken en langs de zijkanten met ijzerbeslag verstevigd. Op de klep of het deksel zijn sloten aangebracht. Naast het meestal zeer indrukwekkende slot in het midden zijn ook de zijkanten van de kist voorzien van twee of vier schuifsloten. Verder zitten er meestal een tweetal trekkers op in de vorm van een zogeheten druppel, en ter versiering van het geheel nog enige uit brons gegoten Medusakoppen of leeuwenkoppen. Daarachter bevindt zich dan weer een rode stof; enerzijds ter decoratie, anderzijds om het ijzerbeslag tegen in het hout aanwezig vocht te beschermen. Bovendien was het de gewoonte om alle ijzer van een dun laagje goud te voorzien, wat zowel het meubel als de eigenaar een rijk aanzien gaf.

De arquimesa.

Door de ontwikkelingen die een resultaat zijn van een verdere beïnvloeding door de Italiaanse stijl krijgt de bargueño een steeds luxueuzer uiterlijk. Dit uiterlijk is op een gegeven moment ook niet meer echt Spaans te noemen. Beter is het in dit geval te spreken van een Europees meubel met Spaanse voorlopers, daar in alle West-Europese landen min of meer vergelijkbare meubelen te vinden zijn. Tot de veranderingen in het uiterlijk behoort het verdwijnen van de klep, en het steeds veelvuldiger gebruik van kostbare materialen voor het inlegwerk. Daarbij werd afwisselend gebruik gemaakt van ebbehout, schildpadhoorn en paarlemoer. Daarnaast kreeg het ontwerp stilaan de architectonische vorm zoals die bekend is uit de barok.

Zo komen we bij een stijl die te vergelijken is met die van het Franse kabinet en de Italiaanse stipo. Deze bargueños zijn bekend onder de naam papelera of arquimesa, die op beurt weer in allerlei variaties zullen voorkomen.

Het Karel de Vijfde-type.

Zeer opmerkelijk is de ontwikkeling van de bargueño in de richting van het kabinet in de zestiende eeuw. Naast onmiskenbare Italiaanse invloeden waren er ook invloeden uit Bourgondië. Bargueños van dit soort worden het Karel de Vijfde type genoemd. Ook bij dit model is het deksel glad gebleven en zijn de steunen, waar het blad in opengeslagen positie op rust, versierd met klassiek steekwerk. Maar in tegenstelling tot andere modellen zijn bij het Karel de Vijfde-type de hoeken van het meubel overdadig versierd met op elkaar gestapelde beeldjes, muñecas (poppen) genaamd. Tevens heeft deze bargueño een soort fries lijstwerk en beeldhouwwerk in de vorm van medaillons en kleine poppen. Ook het onderstel, waarvan een soort op de hoeken op een andere wijze is versierd met op elkaar geplaatste poppen. Meestal heeft deze onderkast twee deuren. Een enkele keer ziet men een uitvoering met twee deurtjes en twee laden. Tot in het begin van de achttiende eeuw heeft Spanje kans gezien het typische en eigen inzicht op het gebied van meubelen te behouden. Na deze periode verliest men het eigene van het karakteristieke nationale meubel. Vanaf de tijd dat de Bourbons bezit van de Spaanse troon nemen, is het logisch dat de Louis-stijlen gaan domineren. Deze stijlen worden volop gekenmerkt door elegante, bewegende lijnen, en vormen zo een duidelijke tegenstelling tot de robuuste, krachtige en sobere meubelen van het Spanje van de twee eeuwen daarvoor.

MATTHIEU SCHEEPENS, beëdigd taxateur in 17e eeuwse Spaanse meubelen.

 
Terug naar Inhoud